Contention for nominations

Schijnbaar publiceert The Academy of Motion Picture Arts and Sciences ieder jaar de lijst met films die meedingen naar de Oscar voor beste score. Ik neem aan dat dit gaat om de lijst van aanmeldingen.

Daarmee zou je kunnen stellen dat al deze soundtracks de moeite van het luisteren waard zijn…

Van de volgende jaren heb ik de lijsten al kunnen opduikelen:

Oscar regelementen

In dit artikel lezen we over de veranderde regels rondom de Oscar nominaties voor Best Original Score en Best Original Song.

De voornaamste wijziging voor beste score gaat over het minimale percentage ‘originele’ score ten opzichte van het totaal.

To be eligible, the rules used to require a score to comprise a minimum of 60% of the total music in the film. (The rest of the music could consist of new or old songs that were not part of the original score.) Going forward, the score need only comprise 35% of the total music in the film.

Het artikel noemt zelf recente films als Judas and the Black Messiah, One Night in Miami…, Sound of Metal en Let Them All Talk die baat zouden hebben gehad bij deze regel.

Voor beste lied wordt het volgende gewijzigd:

In the best original song category, going forward, no more than five songs from any film may be submitted. Previously, there was no limit on the number of songs that could be submitted from a film. No more than two songs from any film may be nominated, same as before.

Dit gaat natuurlijk slechts om het aanmelden van songs bij de commissie; er mogen nog altijd slechts 2 songs per film worden genomineerd. Er zijn echter maar weinig films die het quotum van 5 originele liedjes kunnen halen denk ik…

Smaak, stijl en (on)originaliteit

Afgelopen weekend heb ik de film The Judge weer eens terug gekeken. De filmmuziek van Thomas Newman is valt onder de categorie “beste scores waarvan ik de cd nog niet heb” en ik heb daar dan ook erg van genoten tijdens het kijken.

Tijdens mijn kwartiertje onderzoek vanmorgen kwam ik deze review tegen met daarin een interessante vraag rondom Newman’s stijl en gebrek en ontwikkeling en originaliteit (zelf-plagiaat zo u wilt). Hier maakt de schrijver de vergelijking met The Equalizer van Harry Gregson-Williams.

In my recent review of The Equalizer, I wrote: “before I listened to the score, and before I saw the film, I knew exactly what this score would sound like, based purely on the name of the director, the name of the composer, and the genre of the film, and I was right.” In the case of The Equalizer, this was a negative thing, because that score was written in a style I generally don’t care for. In the case of The Judge, I could say exactly the same thing. If you have heard any of Thomas Newman’s pleasant drama scores over the years – The Help, Saving Mr. Banks, going all the way back to things like The Horse Whisperer and even Whispers in the Dark – then you will know exactly what this score sounds like. Gentle, intimate string writing. Quirky struck and plucked percussion items. Appealingly warm orchestrations. It’s all really agreeable and charming, and anyone with an affinity for Newman’s style will find it much to their liking. But, having criticized Harry Gregson-Williams for his unoriginality, can I then turn around and praise Thomas Newman for writing music that is just as unoriginal, but which I find more to my taste?

Zijn conclusie aan het eind is dan ook als volgt:

Much of The Judge plays like a Thomas Newman Greatest Hits album, and although I find this music very enjoyable to listen to, to I have point it out as the album’s major drawback. If I’m not letting Harry Gregson-Williams get away with it for The Equalizer, I can’t let Thomas Newman get a free pass either.

First Blood main theme

Eergisteren heb ik First Blood gekeken, de eerste Rambo film, met muziek van Jerry Goldsmith, en uiteraard heb ik sindsdien de cd ook al 3x gehoord. Naast de uitmuntende actiemuziek (met veel ongebruikelijke maatsoorten) kent de film ook een uitstekende main-theme die ook als de song “It’s a long road” op de cd te horen is.

Een review op moviemusicuk.us zegt daar dit over:

The opening cue, “Theme from First Blood” is the first of multiple versions of this iconic theme presented on the album. Goldsmith recorded three different endings to provide the film’s producers with choices for the End Title Credits, an orchestral pop version orchestrated by Arthur Morton who infused it with the usual steady bass beat and guitar signature, a classical version for full orchestra, and lastly a song with lyrics provided by Hal Shaper and sung by Dan Hill.

De stilte van I Am Legend

Ik heb I Am Legend gezien in de bioscoop, een spannende film met een licht teleurstellend einde. Ik was al gauw fan van de filmmuziek van James Newton Howard. Althans, van de cd zo blijkt nu. Want de helft van de nummers op de cd komt helemaal niet voor in de film. Sterker nog, de film kent meer stilte dan muzikale begeleiding. Dat kan ik me echter slecht herinneren.

Musically I Am Legend took a much bolder risk. Whereas movies nowadays are packed with music and nothing else, director Francis Lawrence went for a much solemn choice. Basically more then half of the movie is covered with no music at all. In the beginning that adds a lot of emotional weight on the acting presence of Will Smith and the desolate New York city itself. Surprisingly but true, half of the score on the soundtrack of I Am Legend is not featured in the movie at all. It makes I Am Legend a new experience altogether, while being a strange one considering half of the unheard music turns out to be the best of all selections.

Lees hier het volledige artikel.

James Newton Howard in het Nederlands

Een interview door de Nederlandse website score-magazine.nl met componist James Newton Howard biedt nieuwe perspectieven op zijn ontwikkeling. Begonnen als muziekaal ondersteuner voor grootheden als Elton John, in 1986 maakt hij de overstap naar het grote doek.

“Ik ben er altijd huiverig voor geweest om filmcomponist te worden. Kan ik muziek op bestelling schrijven? Hoe leer ik muziek synchroon te laten lopen met de film? Ik ben zonder enige verwachting als filmcomponist begonnen en ben van het vak gaan houden.

Al in 1991 wordt hij genomineerd voor een Oscar voor zijn muziek bij de film The Prince of Tides. Maar zelf kijkt hij terug op wisselende prestaties in zijn eerste periode.

Mijn carrière bewoog zich twee stappen vooruit en een stap terug. [Alive uit 1993 vindt ik een keerpunt in mijn loopbaan]. Toen pas zag ik enige echte vooruitgang als symfonisch componist.

Alive is vreemd genoeg een film die hij pas na publiekslievelingen The Prince of Tides, Flatliners en Dying Young van muziek voorzag. Maar James ziet het zo omdat (zo zegt het interview) hij genoeg heeft van zijn eigen piano-overladen soundtracks, zijn comfort-zone.

Ik hoop dat ik pianoscores zoals die van Dying Young en Dave definitief achter mij heb gelaten.

Ook nieuw voor mij is de aandacht die het interview heeft voor de stijl van James: de combinatie van traditioneel orkest met synthesizerklanken. Ik ben zelf altijd onder de indruk geweest dat hij juist veel vertrouwder was in de symfonische kant, en dat componisten als Hans Zimmer zich vooral hadden ingezet voor het mixen van deze uitvoeringen.

Voor de componist zelf is het de normaalste zaak van de wereld. “Wat was er eerst? De kip of het ei? Ik ben opgegroeid met klassieke muziek, maar ook met moderne muziek. Toen ik mijn eerste soundtrack schreef, leek het keyboard de beste oplossing om de regisseur te laten horen wat ik van plan was. Die manier is mijn methode geworden. Ik kan best zonder al die apparatuur, al zal het dan toch moeilijk worden voor mij. Het belangrijkste aan deze techniek is dat je de filmmakers kunt laten horen hoe de score ongeveer gaat klinken.”

Opvallend is ook het benoemen van zijn ‘coachende rol’.

Naast de soundtracks die Howard schrijft, is hij ook erg behulpzaam bij het lanceren van andermans carrières. Zo helpt hij John Frizzell een handje bij Dante’s Peak en John Debney met Liar Liar. Voor beide films schrijft Howard de hoofdthema’s waarna de anderen het werk af mogen maken. “Voor mij is dat niet zo’n groot offer,” vindt hij. “Ik weet dat er een heleboel talent rondloopt en er is geen reden waarom die mensen niet mogen schrijven. Debney is volgens mij enorm talentvol, dus heb ik hem de rest van de score gegeven. In het geval van Dante’s Peak veranderde de tijdsplanning van de film, waardoor ik geen tijd had om de score af te maken, aangezien ik al gecontracteerd was voor een andere film.”

Omdat James producer was van popmuziek heeft hij bij het componeren ook speciale aandacht voor de luisteraar van de cd. Een moeilijke taak zo lijkt me, omdat je als componist volledig in dienst staat van de regisseur.

Bij elk nummer dat ik schrijf, bedenk ik mij dat hier ook buiten de film naar geluisterd wordt. Dat is niet de beste manier om filmmuziek te componeren omdat je dan te veel in zo’n stuk wilt stoppen. Ik heb nogal de neiging overmatig te schrijven en ik moet mij dan echt inhouden. Anderzijds denk ik dat mijn muziek daardoor net een tikkeltje interessanter is dan het gewoonlijk zou zijn. En wanneer ik dan het album samenstel, laat ik de agressieve actienummers met opzet weg. Sommige muziek klinkt nu eenmaal beter met geluidseffecten.

Tot slot roemt het interview nog de score voor My Best Friend’s Wedding, waarvoor James op het laatste nippertje Alan Silvestri vervangt, en hem wederom een Oscarnominatie oplevert.

Het hele interview lees je hier.

Een docent in Afrika, maar vooral een vriend

Eerder vroeg ik mij af of het verblijf en werk van Harry Gregson-Williams in Egypte en Kenia hem had geholpen bij het scoren van verscheidene films die zich in die regionen afspelen. Ik ben niet de enige, want in een interview over zijn werk voor Spy Game wordt de vraag ook gesteld. Het antwoord is verrassend:

You mentioned that you taught in Alexandria, and Africa – did your experience there help on Spy Game, with the Middle Eastern flavor?

It would be neat and romantic of me to say “yes”.  I did learn Arabic, because the children I was teaching didn’t speak English, and I became very accustomed to the calls to prayer and the sound of the streets of a place like Alexandria.  The thing that made a huge difference to the music that I composed for the Beirut sequences was finding, quite by chance, a vocalist who has become a good friend, and had a complete abandon about the way he sang. He had never done films or studio recordings, and because of that he had no fright or fear of being completely on the wrong planet.  I gave him some guidelines, and I had some recordings which were made on location when the film was being shot of some phrases and sounds that I was interested in recreating.  I had written a very straightforward and classical western strings accompaniment, and it was absolutely amazing when he came in and sang.

De vriend in kwestie is Khosro Ansari, die onder andere ook mee werkte aan Prince of Persia: Sands of Time.

 

Zelfkritisch

Het was heel verrassend om te lezen hoe Harry Gregson-Williams tegen zijn score voor Spy Game aankijkt. In dit interview spreekt hij open en vrij over zijn twijfels bij het resultaat.

I feel very fortunate to have done the film, but I still worry a lot about it.  Tony is certainly one of a kind.  I didn’t really feel the force of it on Enemy of the State, since there were two of us composing, and we came in pretty late.  I think I was a pretty poor substitute for “the Z“, and I think Tony felt a bit let down.  And since that time, Hans has been with Tony’s brother, Ridley.  So I was fortunate on Spy Game – I don’t think the producers were that keen on me at first, but Tony went out on a limb for me – I didn’t do a demo or anything.

Zo erg zelfs dat hij zich bij de premiere van de film ongemakkelijk voelde.

Sitting at the premiere the other night I found it almost unbearable because there’s so much music, and in your face.  I knew it was going to be that way – I was at the dub so none of it surprised me. […] I have to shoulder some of that blame myself, I did spot the movie with Tony – but he’s so very clear about the amount of music.  To be honest, his visuals do lend themselves to a lot of underscore.  Frequently the old equation that “if a movie needs a lot of music, it’s probably lacking somewhere” is a truism – but I didn’t feel that on Spy Game.  It’s just that there were few places where music wouldn’t have helped.  I think I’ve learned a lot from that.  If we did it all again, I would probably try to be more assertive – and take a “less is more” approach.

Ik heb het wel een beetje met hem te doen.